Op dinsdag 27 mei vertrok de bekende groene bus met 64 personen plus een auto met nog eens 4 KBO-leden voor de eerste stop van deze dag: het Boerenbondsmuseum in Gemert.
Het museum is gevestigd bij het geboortehuis van pater Gerlacus van der Elzen, die zich bijzonder inzette voor de belangen van de vaak arme boeren in die tijd.
In 4 groepen, begeleid door een gids, bezochten we de diverse authentieke boerderijen en ambachtsgebouwen rondom het kleine dorpsplein. We namen o.a. een kijkje bij de smidse, de klompenmaker, de zagerij, de melkfabriek en de destructor, waar we in het kort hoorden dat daar karkassen van dode dieren verwerkt werden tot allerlei producten zoals bv. diermeel dat dan weer o.a. aan de varkens gevoerd moest worden. Ook namen we een kijkje in een ouderwets schoollokaal, een café, snoepwinkeltje en een kamer met diverse ouderwetse kledingstukken zoals doopjurkjes, gebreide onderbroeken, Brabantse poffers (mutsen) en zelfs een originele “snelzeiker!” Een feest der herkenning aan de diverse opmerkingen te horen!
Na een heerlijke lunch was er nog even tijd om een bezoekje aan de zolder van het restaurant te brengen waar nog enkele handwerkbedrijfjes tentoongesteld waren, o.a. een barbier, zadelmaker, schoenlapper en fourniturenzaak.
Daarna gingen we weer snel de bus in voor het vervolg van deze dag: een bezoek aan het Nationaal Monument Kamp Vught.
Dit museum was van een heel ander kaliber, zeker in deze tijd waarin we net gevierd hebben, dat we 80 jaar geleden bevrijd werden van de Duitse overheersing.
Ook hier werden we in groepen rondgeleid door een gids. Na een korte introductie gingen we naar het buitenterrein, waar we bij een grote maquette van het kamp uitleg kregen over de indeling hiervan. Daarna liepen we langs de omheining van prikkeldraad en de aanwezige wachttorens naar een (nagebouwde) barak, die een goed beeld gaf van de manier, waarop de gevangenen destijds in dit kamp verbleven.
Kamp Vught werd in 1943 in gebruik genomen en heeft ruim anderhalf jaar als concentratiekamp gefungeerd. We zagen de tafels, waarop gedode gevangenen een “autopsie” kregen, de ovens waarin hun lichamen verbrand werden en de asput waar na de oorlog de naast het crematorium gevonden as- en botresten begraven zijn in een groot massagraf. Grote indruk maakte het Kindermonument: 4 ijzeren pilaren met de namen en leeftijden van 1297 kinderen, die vanuit Vught weggevoerd zijn naar Sobibor, om daar na aankomst meteen in de gaskamers gedood te worden.
Stil werden we ervan en ook bewust van het feit, dat de wereld niets geleerd heeft van alle gruweldaden, die in de 2e Wereldoorlog gepleegd zijn, denk aan Oekraïne en Gaza.
Al met al een dag met twee gezichten, maar zeker de moeite waard om meegemaakt te hebben!
Foto’s van deze dag zijn te vinden onder het kopje foto’s
Mooi verslag Carin.